zondag 13 april 2008

LAW - NOABERPAD 2008



Het NOABERPAD van Nieuweschans naar Emmerich


Voor de foto's kijken op:

Het pad gaat langs de Nederlandse- en Duitse grens. Dan een stukje door Duitsland, dan weer door Nederland. We gaan met de auto, en de fietsen achterop. We zetten de auto aan het eindpunt van de wandeling, en gaan dan op de fiets naar de start. Dus we fietsen en lopen het Noaberpad.

Het pad is 375.5 km. lang.




Op woensdag 9 april zijn we begonnen met het lopen van het Noaberpad.

We zijn gestart in Nieuweschans bij het station en lopen vandaag naar Bellingwolde (17,5 km.) Op de fiets hebben we vandaag ca. 15 km. gereden.
We komen onderweg langs; Booneschans, den Ham en Oudeschans. In Bellingwolde staan nog veel kapitale boerderijen die aan de rijke tijd van de Groninger herenboeren doet denken. Als je achter de dorpen langs loopt door de venen en moerassen zie je de oude arbeiders huisjes nog staan. Hoewel die vandaag de dag ook bijna allemaal zijn verbouwd tot mooie huisjes.
Op vrijdag 11 april vervolgen we onze trektocht naar Wedde. (19 km.) Op de fiets van Wedde naar Bellingwolde is ca. 12 km.
Vanuit Bellingwolde gaan we door het natuurgebied De Lethe langs de grens. Aan de ene kant van de sloot is het Nederland, aan de andere kant Duitsland. Vroeger waren hier veel smokkelaars paadjes. We lopen vandaag veel over dijkjes en dijken via Bellingwolderveen naar Rhederbrug. Na Rhederbrug rechtsaf via Bovenstreek, de Vriescheloër vennen en de Weddermarke naar Wedderveer. Hier staat een mooi Recreatieoord "de Wedderbergen". Via dit recreatieoord gaan we naar Wedde.
Op woensdag 16 april starten we weer in Wedde. We gaan vandaag door het stroomdal van de Ruiten Aa naar Wollinghuizen. (18 km.) Op de fiets is het van Wollinghuizen naar Wedde ca. 11 km.
Nadat we Wedde verlaten hebben gaan we langs de Westerwoldsche Aa het land in. Vandaag volgen we bijna niet anders dan landweggetjes en schouwpaden. De Westerwoldsche Aa wordt verderop Ruiten Aa. We komen onderweg door het fraaie dorpje Ter Wupping. Hier is het nog rustiger dan rustig. In het museale dorpje Smeerling staat een theehuis van natuurmonumenten, maar deze was nog niet open. Het gebied waar we vandaag doorlopen is prachtig. Het weer is goed. Droog althans, maar wel een koude wind. Jammer dat er dan onderweg niks open is om je even op te warmen en een kopje koffie of thee te drinken. Gelukkig hebben we zelf wel wat meegenomen. Maar de temperatuur nodigt niet om op een bankje te gaan zitten. Als je al een bankje tegen komt tenminste. Op het land zijn de boeren volop aan het werk. Vooral veel mest uitrijden. En dat is onderweg te ruiken!!! In dit gebied komen we ook nog regelmatig fazanten tegen. Die zie je bij ons bijna niet meer. Maar hier vloog er wel 6 á 7 keer één voor ons op. Je schrikt er soms van, want ze blijven vaak tot het laatst zitten om dan met veel kabaal op te vliegen. En zo komen we aan in Wollinghuizen, waar aan de Achterweg onze auto staat te wachten.

Op maandag 21 april vervolgen we de route naar en rond Bourtange. (ca. 10 km.)

Vandaag lopen Hennie en Jan Oldengarm uit Beilen met ons mee. Omdat we met 2 auto's zijn hoefden we niet te fietsen van het eindpunt naar de start. We beginnen weer in Wollinghuizen en lopen door de landerijen, langs sloten, naar het Ruiten Aa kanaal. Bij de Bourtangersluis gaan we de brug over langs het Bourtanger kanaal naar Bourtange. Als we Bourtange binnenkomen gaan we langs de gracht aan de buitenkant van Bourtange naar de Redoute bakoven: Redoute is het Franse woord voor rechthoekige veldschans. Deze werd lang geleden gebouwd om een sluisje te verdedigen. Dit was erg belangrijk voor de vesting, omdat hier het waterpeil in het moeras werd geregeld. Zodat vijanden moeilijk of niet de vesting konden bereiken. Via de Bakovenkade: dit is een dijk die door het moeras loopt, die in tijd van oorlog onder water gezet werd, om de vijand tegen te houden. Dit was de enigste verbindingsweg door het moeras, gaan we naar de Linie: dit is een gracht die de grens afbakende tussen Nederland en Duitsland. Door dit mooie naruurgebied komen we op de weg van vanuit Duitsland naar Bourtange. We lopen Bourtange weer in en gaan via diverse bruggen dwars door de vestingplaats naar de andere kant, waar we begonnen zijn. Van Bourtange lopen we naar Weddingboermarke waar onze auto staat.
Op zaterdag 26 april zijn we met de caravan vertrokken naar Roelage. Een gehuchtje bij Ter Apel aan het Ruiten-Aa kanaal. Een mooie rustige goed verzorgde boeren camping. Ze hebben zelfs zeep en handdoeken bij de fonteintjes, wc-papier bij de toiletten, keurig gemaaide veldjes en een recreatieruimte met zitjes, TV, spelletjes, folders, kinderspeelgoed, en een enorme bibliotheek. Waar Erna direct gebruik van maakt. Ze heeft in de 12 dagen dat we daar stonden 3 boeken uitgelezen. De volgende morgen werden we wakker in de volle zon. Om 8 uur al buiten vóór de caravan ontbijten in de zon. Even douchen, broodjes en koffie klaar maken, de fietsen op de auto en op pad. Starten bij Weddingboermarke aan het Moddermanspad. We lopen vandaag via Sellingen naar Terwalslagebrug bij Laude. ca. 15 km. We komen door de bossen bij Sellingen en het natuurgebied bij Ter Borg. 'sAvonds terug op de camping nog even na het eten gevist in het kanaal. Een mooie brasem van ca. 60 cm. en wat kleine en middelmatige voorn gevangen. Verderop in de week nog diverse avonden zitten vissen. Erna komt zo nu en dan een kopje koffie brengen. Wat wil je nog meer!!!   
Maandag 28 april weer op pad. Dan lopen we verder naar Ter Apel. Het is prachtig weer. De zon schijnt volop. Zaterdag heeft het nog een beetje geregend. En nu met de zon erbij zie je per dag alles groen worden. We lopen langs Ter Wisch en Ter Haar, en dan langs de rand van Ter Apel. Nooit geweten dat het hier zo mooi is. Prachtige wandelroutes rond Ter Apel.
Woensdag 30 april vervolgen we onze wandeltocht naar Emmer-Compascuum. Via Barnflair en Munnekemoer gaan we door de landerijen langs de Oude Runde. Tot voor kort liep de route langs de Nieuwe Runde (gekanaliseerd) Maar sinds kort hebben ze de Runde weer in de oude staat gebracht dus weer meanderend door het land. Het is zo nu en dan wel even zoeken naar de goede route omdat die niet met de kaart die we hebben overeenkomt. En omdat de nieuwe route nog niet overal van tekens was voorzien. Maar we vinden het wel. Aan de rand van Roswinkel steken we de Roswinkelerstraat over en vervolgen onze weg langs de Runde naar Emmer-Compascuum.
Donderdag 1 mei starten we bij het "Fort voor het water" bij Roswinkel. We zullen vandaag naar het Veenmuseum bij Barger-Compascuum lopen (15 km.)
We lopen langs de rand van Emmer-Compascuum door de nieuwbouw langs een visvijver naar de sportvelden en zwembad. Ook hierna volgen we weer de nieuwe loop van de Runde. Ook hier is het zo nu en dan zoeken naar de goede weg. Onderweg krijgen we een buitje. Bij vertrek scheen de zon lekker zodat we geen paraplu meegenomen hadden. Die zit anders standaard in onze tas. Nu maar even schuilen in een bosje. We worden er gelukkig niet echt heel nat van. Tegen de tijd dat we in Barger-Compascuum zijn is alles al weer droog. Maar dan breekt er echt een bui los!! Met onweer!! Gelukkig zijn we bij het Veenmuseum en daar maar naar binnen. Meteen even gegeten, dan hoeft dat niet meer op de camping. Dan kan ik vanavond weer lekker gaan vissen!! Als we het eten op hebben is het weer droog. Verder heeft het de hele week niet meer geregend.
Vandaag is het zaterdag 3 mei. We starten bij het veenmuseum, en lopen vandaag een flinke tippel naar Weiteveen. ca. 20 km. We gaan bij het veenmuseum rechtsaf langs de weg en dan linksaf tussen een kassencomplex door waar jongelui in de rozen werken. De radio staat binnen zo hard aan dat je hem buiten flink kunt horen. We lopen tegen het Scholtenskanaal aan die we een eindje volgen om dan bij de Postweg de brug over te gaan. Daarna gaan we het Oosterbos in bij Nieuw-Dordrecht. Dit bos volgen we tot we in Klazienaveen aankomen. Langs de NORIT fabriek lopen we richting het centrum. Op een terrasje eten we even een ijsje. De zon schijnt en het is lekker om te lopen. Achter Klazienaveen lopen we langs de Molenwijk naar Barger-Oosterveen. Dan langs de weg richting Zwartemeer. Op een gegeven moment moeten we rechtsaf het veengebied in van Barger-Oosterveen. We komen door het Amsterdamse veld en volgen de dijk van het voormalige veld spoor waarover de route leidt. De dijk ligt op de oorspronkelijke hoogte van het maaiveld vóór dat het veen afgegraven werd. Het is een prachtige tocht, alleen die muggen!!! Maar dat komt omdat het nu plotseling warmer wordt, dan komen al die muggenlarven uit. Als we de weg Klazienaveen - Weiteveen kruisen zijn we bij de auto.
Maandag 5 mei komen Jan en Greet Niewold uit Hijken een dagje op bezoek. We gaan vandaag de blauwe route rond Ter Apel lopen. (12 km.) We hadden het al ervaren hoe mooi het in deze omgeving is, maar vandaag wordt dit nog eens een keer bevestigd. Als we ongeveer halverwege zijn, zijn we dicht in de buurt van de camping. Dus even eten op de camping een kleine rustpauze en dan weer verder. Een gezellige dag.
Op woensdag 7 mei de spoordijk verder gevolgd richting het Smalspoor museum. We lopen vandaag naar Emlichheim in Duitsland. (ca. 18 km.) Aan het einde van de dijk zijn we bij het Smalspoormuseum aangekomen. Hoewel er op de kaart staat dat er hier horecagelegenheid is, staan wij voor een dichte deur. Ze zijn op donderdag t/m zondag geopend. Maar de tafeltjes en de stoelen staan wel op het terras, waar we dan ook dankbaar gebruik van maken om even de broodjes e.d. die we meegenomen hebben op te peuzelen. We lopen daarna een eindje langs het Dommelskanaal om dan weer de landerijen in te gaan. Via de Oostindische Landen en het Oostindische Veen komen we in Oosterse Bos. Dit is een schilderachtig hoekje met Saksische boerderijen versierd met kunstig riet vlechtwerk. Bij één van de boerderijen is een zitje met een open schuurtje. Hier staat koffie, thee, frisdranken in de koelkast en eventueel lekkere zelfgebakken koeken ook in de koelkast. Het is zelfbediening en het geld mag in een trommeltje gedaan worden. Ja, ja, dat kan hier schijnbaar nog. We zijn niet de enigen die gebruik maken. Er zitten ook 3 dames die een fietstocht maken. En iedereen doet keurig zijn centen in het bakje. (voor info: www.terrasdeboomgaard.nl)
Van Oosterse Bos gaan we via de Middendorpsche Stukken langs Schoonebeek. We steken het Schonebeekerdiep over, dat tevens de grens afscheiding tussen Nederland en Duitsland is. In Duitsland zie je meteen het verschil in huizen en boerderijen. Veel kleinere ramen, en de telefoon en elektrisch is hier nog bovengronds. In dit gebied komen we nog werkende ja-knikkers tegen. De aardolie wordt via buizen bovengronds getransporteerd. Door de landerijen komen we bij het Coevorden-Piccardiekanaal. Deze volgen we een eindje, en dan zijn we weer bij de auto. We zijn nu nog een km of vier vóór Emlichheim. Tot zover de tocht vanuit Ter Apel. We moeten met de Pinksteren van de camping af, omdat deze die dagen al helemaal volgeboekt was. We zetten de caravan na de Pinksteren op een camping in de Lutte neer.("de Bergboer" aan de Bentheimerstraat 84) Vandaar gaan we weer verder.
Donderdag 15 mei vervolgen we de tocht vanuit De Lutte. Met de fietsen achterop de auto vertrekken we weer naar Emlichheim om vandaar naar Grüppenhock te lopen. Dit is een gehucht in de buurt van Hoogstede. We lopen vandaag ca. 15 km. Het is zonnig weer en het wordt gaandeweg warm. We zien in Duitsland dat het landschap wat meer heuvelachtig wordt. Maar ook hier gaat de rust voor alles. Dat het zo'n rustige route is komt voornamelijk door dat we in de grensstreek lopen. Hier zijn vroeger niet zoveel wegen aangelegd. Reeën en fazanten kruizen ook hier ons pad.Ook zie je hier meer hazen en konijnen. Als we door Emlichheim lopen gaan we even langs de bakker om wat broodjes mee te nemen voor onderweg. De route volgt een heel eind de Vechte richting Hoogstede. Via Hundehock gaan we naar Grüpenhock. Dit zijn allemaal kleine boerengehuchtjes tussen Hoogstede en Haftenkamp.
De volgende morgen regent het. En het blijft de hele dag doorregenen. Een dagje in de caravan met een boek is ook wel leuk. 's Avonds klaart het, zodat we nog tijd hebben om de buurt op de fiets te verkennen. Omdat Twente een goed knooppunten fietsroutenetwerk heeft kunnen we een prachtige route van ca. 30 km. uitstippelen. 's Avonds ontstaat er kruipnevel over de landerijen. Volgens Erna een teken dat het de volgende dag weer mooi weer zal zijn. Maar helaas, ook de volgende morgen regent het weer. In de loop van de middag klaart het op en komt de zon weer voorzichtig tevoorschijn. We besluiten om toch weer te starten met de tocht. We gaan tegen 4 uur op pad.
Zaterdag 17 mei beginnen we dus om ca. 5 uur te lopen. We hebben een stuk van ca. 14 km in gedachten. We lopen naar Waterfall bij Uelsen. Hier is het heuvelachtige landschap al goed te merken. Het is goed voor de beenspieren. Gelukkig zijn we een beetje getraind. Het gaat heuvel op heuvel af. Maar een prachtig landschap. Het is genieten van zoveel rust. Je hoort de insecten op de bloemen vlak naast je. Wat verder weg in de bomen hoor je de zangvogels hun hoogste lied zingen. Als je nog wat verder weg luistert hoor je de wulpen en de kievieten. En nog wat verder de schelle schreeuw van de fazanthaan. En verder niets. Wat een rust. We volgen weer hoofdzakelijk landbouw- en bospaden. We kunnen soms bijna geen pad onderscheiden. Maar met een beetje geluk en een goede kaart komen we er toch weer. Om ca. 9 uur zijn we in Waterfall. De fietsen even ophalen, en dan naar de camping.
Zondag 18 mei is het weer lekker zonnig. We hebben er zin in. Opstaan, douchen, ontbijten, en wat broodjes, koffie en chocolademelk en wat gekookte eitjes in de rugtas, de fietsen achterop de auto, en we kunnen weer. We lopen vandaag naar Ootmarsum.
We lopen van Waterfall langs Uelsen naar Boevenhoek. Uelsen staat al sinds 1311 vermeld in oorkondes en is hiermee één van de oudste nederzettingen in Bentheim. We lopen langs de jeugdherberg Boevenhoek in, door de bossen naar Hesingen. En vandaar richting Hezingen in Nederland. Door een prachtig landschap naar de grens. Op de grens ligt Paardenslenkte. Dit is een ondiepte in de stuwwal. De naam herinnert er aan dat hier vroeger paarden van Duitsland Twente werden in gesmokkeld. Een eindje verder ligt het Onland, een uniek bronnengebied. Hier ontspringen de Springendalbeek en de Mosbeek. Door het Springendal (een prachtig Natuurreservaat) waar we langs een bron komen waar prachtig helder water uit de grond komt, lopen we via Oud Ootmarsum naar het centrum van Ootmarsum.
Maandag 19 mei kwamen Arjen en Gerda Ronner langs op de camping. Fietsen mee, achterop de auto, om een fietstocht door de omgeving te maken. Via de knooppunten routekaart een mooie route uitgezet door het Lutterzand en de grensstreek en via het Denekamperveld naar Denekamp. Hier hebben we een kopje koffie met broodjes genomen bij een plaatselijke bakker. Daarna via Beuningen en De Lutte weer terug naar de camping. Een tochtje van zo'n 50 km.
Dinsdag 20 mei weer wandelen. Vandaag van Ootmarsum naar De Lutte. Lekker dichtbij! We beginnen in De Lutte bij de kerk en lopen via het centrum de plaats uit. Langs het zwembad gaan we de landerijen weer in naar Groot-Agelo. Dóór de Voortmaten naar het Ageler veld. Langs het kanaal Almelo - Nordhorn. Onderweg komen we aan de straat bij het begin van de zandweg aan beide kanten van de weg een sparretje tegen die prachtig versierd is met crêpepapieren roosjes. Verderop bij een boerderij, staan aan de ingang van de oprit naar de boerderij óók 2 zulke boompjes. En verderop de boerderij is ook alles versierd. Bij navraag blijkt dat dit gebeurd door het "noaberschap" (dit zijn een aantal buren links en rechts van de betreffende woning) die dit doet als er een bruiloft gevierd wordt. Als er op deze manier een bruiloft gevierd wordt dan kan die wel drie avonden duren. Het "noaberschap" helpt ook als er noodsituaties zijn zoals een brand bijvoorbeeld. Ook komen ze in actie bij een overlijden. Dan wordt er een bidstond gehouden, en wordt de buurt aangezegd. Deze noaberplicht kwam bij ons vroeger ook voor, maar daar hoor je nu niks meer van. Langs Volthe, Rossum en de Paasberg bij De Hooge Lutte lopen we naar De Lutte. Hier zijn we zo dicht bij de caravan dat we op de fiets even langs de camping gaan om thuis warm te eten. Na het eten gaan we weer naar De Lutte om onze wandeling te vevolgen naar Groote Lutterveld, richting Losser. We komen vlak langs het arboretum (bomentuin) Poortbulten. Het is aangelegd in opdracht van de fabrikant Gelderman-Mulder. Het ontwerp van het park is van de bekende tuin- en parkarchitect Springer. De tuin bezit bomen uit alle windstreken van de wereld. (vandaag hebben we ca. 23 km. gelopen.)
Woensdag 21 mei hebben we een boodschappen dag van gemaakt. In Bad Bentheim en in Oldenzaal geweest.
Donderdag 22 mei de route weer opgepakt bij Groote Lutterveld en op weg naar Glanerbrug.
Het is de bedoeling dat we tot Glanerbrug lopen en dan weer een andere camping opzoeken. We moeten dit weekeinde toch naar huis omdat we in verband met het 55 jarig huwelijk van Cees en Regina (zwager en schoonzus) andere verplichtingen hebben.
We gaan weer door een prachtig natuurgebied tussen Lonneker en Losser door naar Glane.Direct achter Glane steken we de grens weer over naar Duitsland. Langs Villa Viefhoes, dat nu een ingenieursbureau bevat, maar waar vroeger een jeneverstokerij was.
Ricus Hertsenberg schrijft hierover in zijn gedenkboek Kloster Glanerbrug, Brücke über die Grenze (1988) 'De jeneverstokerij van Viefhoes, even over de grens, waar brandewijn, naar men zegt, uit aardappelen werd gestookt, wordt in de volksmond nog vaak genoemd. Op kruiwagens zouden de drinkebroers er zijn afgevoerd. In een schuur achter café Terhaar sive Droste zouden twee marechaussees, die toezagen op de handhaving van de openbare orde, dronken kerels met ijzeren kettingen hebben vastgeklonken aan een zware eiken paal'.
Hierna steken we de spoorweg over en komen op de weg van Glanerbrug naar Gronau die we volgen tot op de grens voor Glanerbrug.
Dinsdag 3 juni vanuit Rekken (bij Eibergen) de route weer vervolgd. Langs de grens, achter Glanerbrug langs naar het Ammeloer Venn. We vertrekken met een licht buitje langs de grens en dan een klein stukje door Glanerbrug naar het Aamsveen.

Dit reservaat is een restant van een hoogveencomplex, dat zich vroeger aan weerszijden van de Nederlands-Duitse grens uitstrekt. Reeds eeuwenlang hebben boeren uit de omgeving in het Aamsveen voor eigen gebruik veen gestolen. De zware bonken veen werden gedeponeerd op een speciaal in het veen aangelegde plaats. Dit was de kluunplaats, ook wel kluundel genoemd. Het veen werd vermengd met water, door ossen of paarden fijngetrapt tot een dikke brei. De ondergrond van de kluunplaats bestond geheel uit veldkeien. In het midden was een paal geplaatst, daaraan werden de ossen of paarden vastgebonden. De kluunplaatsen worden al lang niet meer gebruikt en waren voor een deel begroeid door o.a berken en heide. Een tiental van deze plaatsen zijn door ons teruggevonden, een aantal hiervan is met behulp van vrijwilligers weer in oude glorie hersteld. Andere wachten hier nog op. Het gebied werd in 1952 door de Dienst der Domeinen overgenomen met als doel het gehele veen in cultuur te brengen. Dit is echter nooit tot uitvoering gebracht. In 1967 werd het reservaat in erfpacht afgestaan aan de Stichting Het Overijssels Landschap. Het Aamsveen bezit een voor Nederland uniek aantal vegetatietypen. Op de ondergraven hoogveenpercelen deze vinden we voornamelijk aan de oostzijde bij de Duitse grens wordt een droge heidevegetatie aangetroffen. Deze wordt dikwijls afgewisseld door opslag van ruwe en zachte berk, ratelpopulier, wild en zomereik. Verder komen hier o.a. nog voor adelaarsvaren, blauwe en rode bosbes en struikheide. In het afgegraven veen vormt zich in de oude veenputten bij voldoende hoge grondwaterstand opnieuw hoogveen. In de oppervlakkige afgegraven hoogveenpercelen vinden we eenarig wollegras pijpestrootje, dopheide, veenmos, ronde zonnedauw, veenpluis, gewone zegge en snavelzegge. Meer naar het westen is het veenpakket dunner. Bijzonder fraai is hier de overgang heide- naar beekdallandschap te zien. De gebieden welke hier vooral in natte tijden onder water staan, zijn begroeid met zeggesoorten, veenpluis, wateraardbei, schildvruchtereprijs, waternavel en pijpestrootje. Via aanleg van dammetjes recent gestimuleerd. Het is inmiddels al weer droog geworden en de zon doet goed zijn best. Het is al weer lekker warm. Dat heeft wel tot gevolg dat de muggen hoogtij vieren. In het vervolg de armen en de benen eerst insmeren met deet. Van het aamsveen lopen we naar Enschede. We gaan door een buitenwijk richting Witte Veen óók een natuurreservaat. Het Witte Veen ligt in Zuidoost-Twente, 7 kilometer ten zuiden van Enschede. De kern van het terrein met de vennen en natte heide strekt zich uit tot over de grens met Duitsland. Van de circa 290 hectare die eigendom en in beheer van Vereniging Natuurmonumenten is bestaat 104 hectare uit grasland, 115 ha uit bos en 63 ha heide en hoogveen. Door de aanwezigheid van een ondoordringbare keileem in de ondergrond stagneert het grondwater. Door de toestroom van gebufferd kwelwater zijn de kleinere wateren in dit gebied zeer geschikt als voortplantingsplaats voor amfibieën, zoals Triturus cristatus en Hyla arborea. Oftewel de kamsalamander en Europese boomkikker. Onderweg komen we een monument tegen met de volgende tekst:


OONS TWENTHE UND'T MÜNSTERLAAND,


DEE SÜND VAN EENEN SAMM,


'T WAS AL TE HOOP'T SAKSENLAND LANG VÖÖR DE GRENS HIER KWAM.


DAT SÜT'M AN'T OALE BURENHUS MET'T SPITSE ROODE DAK,


WOAR BOAVEN JA JOAR IN JOAR UT DE EEK ZIEN KOP UT STAKT.


DAT HÓÖRT M'N AN DE OALE SPROAK, OONS MOOIE OALE PLATT,


DAT VROGGER JEDER SPREKKEN KONN OPT'T LAND EN IN DE STADT.


DEN ROGGENESCH UND'T WIEDE VELD SIND HIER SO GUT AS DOAR,


DE GEETLING UND DE NACHTEGAAL DEE SINGT DOAR EVEN KLAOR.


Geschreven door J.J. van Deinse in 1982 (Een mooi voorbeeld van saamhorigheid.) Ik hoop dat je het allemaal lezen kunt. Geef anders maar even een reactie,(zie onder aan deze kolom) dan krijg je de vertaling van mij.
Het is inmiddels behoorlijk warm geworden en gaan daarom even in Den Braam een terrasje opzoeken. We komen langs een boerderij waar kaas aan huis gemaakt wordt en tevens pannenkoeken serveert. Ze hebben ook wel een kop koffie met eigengemaakte appeltaart. En omdat het zo warm is nemen we ook nog ijs wat zelfgemaakt is. Een lekkere sorbet gaat er wel in. Nu kunnen we er wel weer even tegen. Via het Oosterzendvelderveld lopen we naar de grens en dan naar het Ammeloer Venn. Hier lopen we langs meters hoge stapels vers gezaagde sparren stammen. Met de brandende zon er op geven die een geweldige harsgeur. Ruikt wel lekker! Van het Ammeloer Venn lopen we naar Oldenkott. We zijn nu dicht in de buurt van de camping in Rekken. Van Oldenkott lopen we via Krosewick een heel eind langs de grens, waar we onderweg in de verte onze caravan kunnen zien staan, naar Zwillbrock. Langs de Barokkerk. Deze parochiekerk St. Franziskus was tot 1811 de kerk voor het aangrenzende franciscanenklooster. Met name voor katholieken uit Twente en de Achterhoek, vlak over de grens in de Republiek der Verenigde Nederlanden, was deze kerk van groot belang. De geschiedenis van de kerk voert terug tot in de tijd van de Reformatie. Aan het einde van de 16e en 17e eeuw had het calvinisme zich in de Republiek der Verenigde Nederlanden ontwikkeld tot publieke godsdienst en werd het de katholieken verboden om hun geloof uit te oefenen. Na de Vrede van Münster werd de grens tussen Gelderland en het katholiek gebleven bisdom Münster derhalve niet alleen een politieke grens, maar ook een grens op godsdienstig gebied. De zorg voor de katholieken in het oostelijke deel van de Achterhoek werd toevertrouwd aan de bisschoppen van Münster en niet aan de apostolische vicaris die de leiding had van de katholieken in het grootste deel van de Republiek. De aan Zwillbrock grenzende Heerlijkheid Borculo was in 1615 door Gelderland onttrokken aan het gezag van de Münsterse bisschoppen en bleef staatskundig vervreemd van het bisdom. Bernard von Galen (Bommen Berend) ondernam tevergeefs meerdere malen een poging om dit gebied met geweld te heroveren. Om de katholieken net over de grens pastoraal te begeleiden, werd van Bocholt tot Gronau een keten van kapellen en kerken opgericht, zogenaamde missiehuizen. In 1651 kregen de franciscanen uit Bocholt van de bisschop van Münster de opdracht om voor de in Nederland vervolgde katholieken een kerstnachtmis in de open lucht te houden. De minderbroederpater Georg Phillipi (later pastoor van Groenlo) en broeder Coelestin Tilbeck trokken daarop naar het noorden om in Silva Brok een mis te vieren. In geschriften wordt beschreven, dat deze gedenkwaardige mis een groot aantal gelovigen trok. Vanuit een straal van vijf uur gaans kwamen zeker duizend katholieken naar Zwillbrock om de kerstnachtmis bij te wonen. In de daaropvolgende weken groeide de toestroom vanuit de Achterhoek en Twente gestaag, waarop werd besloten een reguliere kerkdienst te gaan houden. Kort voor Pasen 1652 kwam een uit turfplaggen gebouwde kapel gereed, welke de kerkgangers moest beschermen tegen slecht weer. Nog datzelfde jaar groeide de kapel al uit zijn voegen, waarop hij moest worden vergroot. De abdis van Vreden, Maria Sophia von Salm-Reifferscheid, stelde daarop grond beschikbaar en met haar hulp en die van bisschop Von Galen werd een stenen kapel gebouwd. Ook deze moest reeds in 1656 worden vergroot. Toen werd er ook een verblijfplaats voor de paters uit Bocholt bij de kapel gebouwd. In 1657 werd het zendelingenstation een zelfstandige residentie. Dat jaar werd vanwege de grote toeloop van gelovigen uit het westen ook in Oldenkott een kapel gesticht. Rond 1660 werkten ongeveer twaalf paters in Zwillbrock. Rond Pasen 1665 telde geloofgemeenschap bijna 2400 zielen. Omdat de stroom katholieken onverminderd doorging, moest het onderkomen van de franciscanen nogmaals worden uitgebreid. In 1670 werd de residentie tot een zelfstandig klooster onder leiding van een gardiaan verheven en kreeg het de naam Closter Betlehem an 't Schwillbrock (ook bekend als Betlehem im Walde), herinnerend aan de eerste kerstnachtmis in 1651. Vanaf het einde van de 17e eeuw werd het katholicisme langzamerhand weer gedoogd en werden in het grensgebied vele parochies gesticht, toen vallend onder het bisdom Münster. Desondanks lieten veel katholieken uit het grensgebied hun kinderen te Zwillbrock dopen of legden er hun biecht af. Door giften van de Nederlandse katholieken en de prinsbisschop Franz Arnold von Wolff-Metternich zur Gracht konden de franciscanen in 1713 een nieuw kloostergebouw bouwen. Op 6 oktober 1717 werd de eerste steen gelegd van de huidige St. Franziscus. De kerk kwam in 1719 of 1720 gereed, maar werd pas op 24 april 1748 gewijd. De kerk werd gewijd aan de heilige Franciscus van Assisi, die rond 1225, net als de Bocholtse franciscanen in 1651, een kerstmis opdroeg in de open lucht, bij de grotten van Greccio in de Italiaanse bergen. De kerk werd in 1765 en 1782 vernieuwd en uitgebreid. Het klooster werd in 1811 op grond van de wetgeving ten tijde van de Franse overheersing gesloten en de omliggende kerkelijke landerijen werden verkocht. In de jaren twintig van de 19e eeuw is het klooster uiteindelijk afgebroken. In de St. Franziscus werden echter nog steeds gebedsdiensten gevierd en de gelovigen slaagden er uiteindelijk in om Zwillbrock op 12 april 1858 tot zelfstandige parochie te laten verheffen. De parochie telt tegenwoordig ongeveer 200 leden. In tegenstelling tot vele kerken in de directe omgeving van Zwillbrock, werd de St. Franziscus ten tijde van de Tweede Wereldoorlog gespaard. Als gevolg daarvan is de kerk met gehele barokke inrichting in zijn originele staat enig in zijn soort voor het gehele Münsterland. Altaren en beelden zijn allen vervaardigd uit eikenhout. De namen van de architecten, beeldhouwers en schilders zijn echter veelal onbekend.
We gaan langs deze kerk naar Zwillbrocker Venn.
Het Zwillbrocker Venn of (minder gebruikelijk) Zwilbroeks veen is een natuurgebied aan de Nederlandse grens net ten noorden van Meddo, grenzend aan de Nederlandse gemeenten Berkelland en Winterswijk. Dit beschermd natuurgebied is een broedplaats voor meer dan honderd vogelsoorten. In het moerasgebied broedt de grootste binnenlandse kokmeeuwenkolonie van Duitsland, met 16.000 getelde meeuwen. Verder is het Zwillbrocker Venn het meest noordelijk gelegen broedgebied voor flamingo's in Europa. Meer dan veertig flamingo's houden zich in het gebied op. Wij hebben er helaas niet meer dan 3 gezien. 1 Ouder dier met 2 jongen. Via het Zwillbrocker Venn lopen we naar Zwolle. Ja, ja, er zijn meer Zwolles dan die bij de IJselbrug. Onderweg nog even gegeten bij Haak en Hoek. Zegt jullie natuurlijk niks, maar je kunt er lekker eten voor weinig geld.
De volgende dag lopen we van Zwolle langs de Groenlosche Slinge naar Winterswijk. Het is vandaag erg warm. Een thermometer onderweg langs de weg gaf 32 graden aan. We lopen een kilometer of 4 - 5 langs het maai pad van de Slinge. Waar bos schaduw geeft is het een beetje koeler, maar achter de bos in de brandende zon is het uitkijken dat je niet verbrand. We zijn inmiddels wel al lekker bruin geworden. Moesten we, toen we de winkel nog hadden, veel werk voor doen maar gaat nu vanzelf onder het wandelen.
Het is een mooie wandeling langs de Slinge. Als de beek zich splitst in de Beurzerbeek volgen we deze beek verder. Bij de brug van de Morsersdriehuisweg volgen we de weg weer tot het Karkepad. Deze wordt gevolgd tot de bebouwde kom van Winterswijk. Bij binnenkomst in Winterswijk komen we door een parkje (Willingkplantsoen) Dit park heeft de gemeente te danken aan GerritJan Willink. Trico-Jan, wie kent niet het merk Bon Giorno met het gouden haantje? Gerrit Jan Willink liet bij zijn overlijden een, voor die tijd, fabelachtig vermogen na. Het personeel van de fabriek schonk hij fl. 300.000,00. En de ver. voor Vogelbescherming kreeg fl 5.000,00 en de Ver. voor Natuurmonumenten fl. 4.000,00. De gemeente Winterswijk werd verblijd met de beide weilanden voor zijn woonhuis, ter weerszijden van de beek, op voorwaarde dat de gemeente hiervan een plantsoen maakte met wandelpaden, en de ruimte niet mocht bebouwen. Toch kon de gemeente uiteindelijk niet écht aan het testament voldoen, want in 1982 werd de Slingeweg zodanig verlegd dat een lap asfalt het park in tweeën splijt.
Misschien zit de handelswijze de Winterswijkse bestuurders niet lekker en is daaraan te danken dat overwogen wordt de oude tricofabriek van Willink om te bouwen tot stadhuis.
Omdat het zo warm is besluiten we even op een terrasje van een Italiaanse ijs tent neer te strijken. We bestellen binnen een ijsje. We moeten behoorlijk lang in de rij wachten tot we aan de beurt zijn. Tjonge wat hebben die het druk!! En war een keuzes, je weet niet wat je kiezen moet. Als we uiteindelijk buiten op het terras zitten loopt het maar af en aan. Het is dan ook echt ijsweer vandaag. We gaan met de auto terug de fietsen ophalen en dan naar de camping.
De volgende dag is de laatste vanuit Rekken. We lopen vandaag naar Oeding in Duitsland.
We gaan langs de Jacobskerk over de markt. Vandaag is het marktdag. Een grote markt en lijkt ook wel gezellig te zijn. Via het Huininkmaatpark verlaten we Winterswijk. Het scheelt vandaag ongeveer 10 graden met gisteren. Beter om te lopen. Via het Vossenveld met zijn vele landelijke landschappen lopen we naar de Steengroeven van Winterswijk. Deze zijn nog volop in gebruik. En op een zonnige zondag zal de argeloze wandelaar zich verbazen over de vele auto's die hier in de middle of nowhere staan. Gaandeweg geven de geluiden van ijzer op steen de verklaring. Amateur geologen zijn druk bezig met hamer en beitel. We lopen weer verder via Hessinghook waar we weer de grens passeren. Grensstenen zijn ons langzaamaan niet vreemd meer. Gek eigenlijk dat ze hier zo midden in het veld staan als afbakening van dit is van mij, en daar moet jij blijven.In wijze gemoedelijkheid hekelt de dichter Willem Wilterdink de waanzin van grenzen tussen mensen.

Grensstenen

hier staowe noo wí'j domme steene

Hier zo maor midden in ut land

Schienbaor umów leu te vertellen

I'j heurt an dee en i'j an disse kant

Hier staowe noo, wi'j domme steene

Maor deur ow leu hier too e'zat

Van hier oet ków ow is good bekieken

Wat hej toch al wat bi'j 't ende had!

Noo kówwe uurnlank wal gaon praoten

Ovver oorlog, krieg en krach en zo

Maar och, dat wee'j al allemaole

En deent dus eig'lijk nargens too

Gaot lever luk gemeud'lijk praoten

Zo as dee boeren dee soms hier staon

Gemeud'lijk lónnend op de greepe

En dan gemeud'lijk met mekare praot

Ja leu, blief toch gemeud'lijk praoten

Ut stek neet over wat of hoo

Dan hej uns steene gaarneet neudig

En zet i'j uns maor bij 'n museum too!!


Mooi hé?? Als jullie het niet kunnen ontcijferen dan maar weer even een berichtje.


We steken de grens over en komen via het Oedinger busch aan in Oeding. Onderweg komen we langs de circustent van het circus dat hier 3 dagen optreed. Als we aan de hoofdstraat lopen stopt er naast ons een auto om te vragen of we bekent zijn in de buurt en waar het circus is? Nou nee we zijn hier niet bekent maar we weten toevallig wel waar het circus is. Dus die Duitsers ook weer gelukkig gemaakt.
We eindigen in Oeding. Hierna gaan we vanuit een andere locatie lopen. We gaan weer een andere camping zoeken. Maar eerst even naar huis!! Maar éérst nog even een kop koffie met Küchen op een terrasje. Ze hebben hier Kruusdoorntaart (kruisbessen) wat ze in het Duits Stachelbeereküchen noemen. Dat lijkt mij wel wat. En Erna moet natuurlijk käsekuchen. En ze krijgt ook KÄSEKUCHEN. Een bord vol. Daar hadden ze hier wel 3 punten van gesneden. Ze kon het zelfs niet op, ik moest er haar mee helpen. Nou dat zecht wel hoe groot het stuk was.
Woensdag 9 juli 2008. Zo daar zijn we weer! Nu vanaf Aalten.
We zijn maandag neergestreken op een SVR-camping in de buurt van Aalten. Bij camping "de Wolboom"
We lopen dit laatste stuk naar Emmerich am Rhein. Ik denk dat dit laatste stuk het mooiste is van de hele route. Hoewel de hele route erg mooi is!! Wat dat betreft hoef je niet naar jet buitenland.
We vertrekken vanuit Oeding naar Barlo. Het is stralend mooi weer, met een flinke wind. Maar daar hebben we geen last van. We gaan van de kerk, waar we de fietsen hebben neer gezet, de stad door naar de buitenkant van de stad. Als we de stad goed en wel uit zijn horen we over de maïsvelden een geluid als van iemand die op een fluit zat te oefenen. In flarden door de wind meegenomen klonk het echt niet onaardig. Geleidelijk werd het geluid sterker waardoor we doorkregen dat het mobiel was en dus niet ergens van een boerderij kwam. Opeens komt er in de verte een oud busje de bocht om die heel langzaam op ons afkwam. We draaiden ons om wat er aan de hand was. Het was een busje met de ramen open, en de persoon die er in zat had de radio keihard aanstaan met panfluit muziek. Toen hij ons breedgrijnzend naderde stopte hij bij ons en zij "schöne Musik was..." en reed weer verder. We hebben hem nog lang door de velden horen rijden met zijn muziekje aan.
Door een prachtig gebied door de grensstreek lopen we dan weer in Nederland en dan weer in Duitsland. We lopen een stuk langs een wal waar vroeger de Borkener Bhan langs liep. Winterswijk was in die tijd een belangrijk handels punt in de textiel. Maar dat is gaandeweg veranderd. En daardoor ook de spoorbaan verdwenen. Ook was er in 1896 een steenfabriek annex houtzagerij van de fa. Wellman en co. De arbeiders haalden met lorries die getrokken werden door paarden de leem over de grens. In 1917 is de fabriek afgebroken en liepen de leemkuilen geleidelijk aan vol water. Een bioloog die het water zag, dat zo blauw was als de meren in Italie, noemde het toen de Italiaansche meren. En die zijn er nu nog. Een prachtig stukje natuurgebied.
Donderdag 10 juli lopen we van Barlo naar Bocholt. 's Morgens regende het op de camping maar 's middags werd het droog en zonnig. Na de middag vertrokken naar Gildhuishook, een eindje voorbij Bocholt. Daar zetten we de auto neer, en dan op de fiets naar Barlo. We komen over het landgoed Wehninck en gaan door Barlo. Langs de Winterswijkerstrasse lopen we door tot aan Haus Diepenbrock, een kasteelachtige boerderij met een gracht rondom. De boerderij wordt voor het eerst vermeld in 1326. Hier ligt één van de kiemen van de buurtschap Barlo. Het landgoed bestaat sinds de 15e eeuw. We lopen langs de gracht om het huis en dan dóór het landgoed. In de korte broek is dit geen pretje. Het pad is zo goed als dichtgegroeid met graamstruiken, varens en brandnetels. De pijpen dus maar weer aan de broek geritst. Een eind verder volgen we weer een oude wal waar vroeger een spoorlijn over gelopen heeft. Deze volgen we tot het Bocholter Stadwald. Hier gaan we doorheen. Het is inmiddels een uur of zeven, en er lopen heel veel hardlopers, snelwandelaars, Nordick Walkingers en óók gewone wandelaars. De lucht betrekt en het begint zachtjes te regenen. Onder de bomen nog weinig te merken. Als we Bocholt bereiken begint de lucht steeds donkerder te worden. Als we in het centrum zijn is het zó donker dat de straatverlichting gaat branden. Er breekt een hevig onweer los, en de regen komt met bakken uit de lucht. Het zijn geen druppels meer maar complete stralen. We hadden elk een paraplu meegenomen (hebben we altijd in de tas) die eerst wel even helpt, maar geleidelijk aan lekten die ook als een mandje op de naden. We hebben wel een uur geschuild onder een viaduct. Toen het weer wat droog werd zijn we doorgelopen, maar het drupte nog steeds van de takken waardoor we nog nat werden. De paraplu hielp niet meer en we werden doornat. De tocht vervolgt langs de Bocholter Aa. Er loopt een fietspad langs tot aan Dinxperlo. Wij volgen dit prachtige stroomdal tot Zum Eisenhütte waar de auto staat. Snel het natte t-short uit en een jas die in de auto lag weer aan. Dat voelt al een stuk beter. Dan terug naar Barlo om de fietsen weer op te halen. We waren tegen 10 uur weer op de camping, snel douchen en droge kleren aan.
De volgende dag waren onze kleren nog niet weer droog. Dat is ook niet zo erg, we hebben genoeg kleren bij ons. Erger zijn de wandelschoenen. Die waren nog erg nat vanbinnen. Nog niet om aan te trekken. En die hadden we niet extra bij ons. Dus vandaag niet lopen, maar fietsen.
Er loopt een fietsroute voor de camping langs (de Heurneroute) van ca. 65 km. Die hebben we gefietst. Stralend weer, matig windje, dus lekker fietsweer. De route loopt o.a. dóór Dinxperlo waar vandaag een goederenmarkt is. Best wel druk met veel kramen en veel Duitsers. Is niet zo verwonderlijk want de grens loopt dwars door dit plaatsje. Lekker op een terras gezeten met een kop koffie en appelgebak. Maar alsof de duivel er mee speelde, op de terugweg naar Aalten begon de lucht weer te betrekken en ontstond er weer een onweersbui met hevige regenval. Nu géén paraplu meegenomen. Dus schuilen onder de bos waar weinig regen doorkwam. Maar toe het weer droog was drupten de bomen nog heel lang na. En we werden weer doornat.
De volgende dag was het nog wat onbestendig weer. Dus maar wat boodschappen doen in de omliggende plaatsen. Toen we in Lichtenvoorde weer even moesten schuilen voor een onweersbui hebben we even de plaatselijke bibliotheek bezocht. Daar hadden ze opruiming van oude boeken voor één euro per stuk. Daar dus een stapel van uitgezocht. Hebben we 's avonds wat te doen. De boeken van thuis had Erna allemaal al weer uit.
De volgende dag ziet het weer er weer goed uit. Onze schoenen zijn droog, we gaan weer op pad.
Vandaag lopen we van Eisenhütte naar Azewijn. Ondanks dat het zo nu en dan toch nog even donker werd bleef het de hele dag droog en overwegen zonnig. Van Eisenhütte vertrekken we weer langs de Bocholter Aa tot de brug naar Isselburg. We zijn nog maar net op pad of er komen 2 kano's aangevaren. Omdat er een stuw in de rivier zit moeten ze uitstappen en beneden de stuw weer verder. De eerste kano waar een vader en moeder met 2 volwassen kinderen inzit meert af. De eerste 3 personen stappen uit en vader houdt de kano in evenwicht en aan de kant. Als ze er uit zijn moet hij nog uitstappen. Hij wil op de wal stappen maar de kano drijft weg en gaat door zijn gewicht over de kant. Hij staat tot zijn middel in het water. Ik was juist foto's aan het maken dus daar ook maar even wat van gemaakt. Bij de brug slaan we af richting Isselburg. We lopen door Isselburg richting Anholt. We komen over en langs een golfterrein en lopen vóór het Wasserschloss van Anholt langs. We gaan de stad door langs de molen opweg naar Gendringen. Dit pad loopt voor een deel weer over de grens. Is dus onverhard. Maar wel een mooi gebied. We komen over het landgoed Hardenberg. En gaan langs de Oude IJsel richting Gendringen. We komen aan de rand van Gendringen. Volgen de rondweg een eindje en gaan dan naar Ulft. Deze plaatsen liggen maar een half uurtje lopen van elkaar. Aan de rand van Ulft volgen we de weg naar Veldhunten. We hebben inmiddels erg veel zin in een kopje koffie, maar zijn nog geen terrsje o.i.d. tegengekomen. Maar in Veldhunten zitten er wat mensen op een terrasje bij een café. Maar dat blijken de eigenaar met wat bezoek te zijn, en ze zijn vandaag gesloten. Dat is jammer! Maar de kroegbaas sprong meteen in de benen en wilde wel even wat koffie voor ons zetten. Ga maar lekker zitten, het is zo klaar. Kijk dat is super!!! We nemen er ook nog wat gebak bij en zitten lekker in de avondzon te genieten.
Van Veldhunten is het dan niet zover meer naar Azewijn. Nog een uurtje lopen en dan zijn we er.
We ontdekken dat het 's avonds veel lekkerder lopen is dan overdag als het warm is. Ook vandaag hebben we een stuk bij avond gelopen. We gaan dan 's morgens wat later weg, of eigenlijk 's middags vroeg. Erna maakt dan warm eten vóór we vertrekken. Dan hoeven we onderweg, of 's avonds terug op de camping, alleen maar brood te eten. Als we bij de fietsen komen in Eisenhütte zien we opeens de man met familie uit de kano's aankomen. Zij waren juist teruggekeerd van hun kanotocht. Toen we hem vroegen of hij al weer wat droog was, stond hij ons eerst aak te kijken met een gezicht van "wat weten jullie hiervan?" Toen hij doorkreeg dat we foto's gemaakt hadden, vroeg hij verwonderd of we de hele dag op hen hadden staan wachten. Toen we vertelden dat we gelopen hadden en op dezelfde tijd als hun weer terug gekomen waren begon hij te lachen. Ja, dat was me wel wat 's morgens. Hij heeft zijn e-mailadres even doorgegeven zodat ik hem de foto's opsturen kan.
Onze volgende wandeling gaat van Azewijn via de Galgenberg en Eltenberg naar Elten.
Vanuit Azewijn vertrekken weer met volop zon via Lengel richting 's Herenberg. Vóór 's Herenberg slaan we rechtsaf de Galgenberg op. Het wordt zachtjesaan klimmen en dalen. Maar prachtige uitzichten. Vanaf de Galgenberg hebben we een prachtig uitzicht op Zeddam. De galgen op de Gagenberg werden in ieder geval in 1652 nog gebruikt. Schriftelijke bronnen melden dat er tegelijkertijd 6 mensen van hun laatste uitzicht konden genieten. Vanaf de top gaan we weer naar beneden richting 's Herenberg. We komen via de Muntwal en 's Gravenwal het oude centrum binnen. Hier even koffie gedronken op een terrasje. In het centrum is zoveel te zien dat we niet overal tijd voor hebben. We lopen door een park om het Kasteel Bergh heen via het Nachtegaallaantje richting Stokkum. We lopen Stokkum door via de Eltenseweg richting de Hulzenberg. We steken de A12 over en gaan dan de bossen in richting de Eltenberg. Op de Eltenberg ligt het Oude Hoch-Elten. Dit is sinds jaar en dag een attractie voor schoolreisjes e.d. Wij gingen hier vroeger al naar toe. Een stukje Duitsland dat een tijdje Nederland geweest is en daarna weer Duitsland werd. Van de Eltenberg naar beneden via het kortste maar ook steilste wandelpad. We komen uit bij de Betuwelijn. Vóór de spoorwegovergang linksaf staat onze auto te wachten. Dit was een prachtige tocht.
Onze laatste wandeldag is aangebroken!! We lopen vandaag naar het station in Emmerich.
We vertrekken richting Hüthum. We moeten een eindje in die richting en dan naar Spijk. Maar doordat we een merkteken missen lopen we behoorlijk verkeerd. Als we er achter komen is er geen alternatief mogelijk en moeten we weer terug naar waar het verkeerd ging. Het was evenwel een prachtige omgeving maar we lopen wel anderhalf uur extra. Door prachtige landschappen lopen we naar Spijk. Een dorpje aan de Rijn. Hier staat ook de steenoven van Huwa. Al van oudsher worden hier stenen gebakken.
Er is zelfs een eerbetoon aan het steenovenvolk van weleer:

Als stenen konden spreken,

hun verhaal zou smartelijk zijn:

hoe zij uit klei geboren werden

ten koste van onmeetbare pijn.

Als stenen konden zingen,

hun lied zou zacht en droevig zijn:

over het ploeteren van jong en oud,

het steenovenvolk langs de Rijn.

Maar stenen zullen altijd zwijgen

over tranen bloed en zweet.

Wandelaar, sta even stil; gedenk

ons karig brood, ons machteloze leed.


Ook wij hebben hier als wandelaar even bij stil gestaan.

We volgen de dijk langs de rivier tot de jachthaven van Emmerich. We komen onderweg een variatie aan wilde bloemen en planten tegen aan de dijk. Ook staan er veel fruitbomen. Kersen, pruimen en appels. In een appelboom ontdek ik een heel bijzonder iets. Er zitten enten op takken die niks met appels te maken hebben. Het blijken achteraf Mispeltakken te zijn. De bessen van de mispel worden door vogels gegeten en deze zaden hebben een hoge kleefkracht. Als de bessen op een tak worden genuttigd door de vogels blijven er zaden aan de takken kleven. Die zaden kiemen en hechten zich in de tak van de betreffende boom, waar ze dan op parasiteren. Dit had ik nog niet eerder gezien, maar dat komt in het zuiden regelmatig voor.
Als we in de jachthaven aankomen nemen we op een restaurant-boot even een kop koffie met, voor mij appeltaart en voor Erna Käsekuchen. Die is daar aan verslaafd. Ook hier weer bijna een half bord vol. Zowel de appeltaart als de Käsekuchen. En een bord is daar een bord, geen gebakschoteltje zo wij die hebben. Na de koffie lopen we rond de haven naar de bekende brug over de Rijn. We gaan onder de brug door richting het centrum van Emmerich. Ook hier is veel te zien. We lopen langs de boulevard richting centrum en dan naar het station.
Zo, dit was onze wandeltocht. We hebben ervan genoten. Er is niets mooiers dan zo stapsgewijze je land verkennen. Op de fiets zie je minder, en met de auto zie je eigenlijk niks.

Groeten van Klaas en Erna.

1 opmerking:

Anoniem zei

Hoi Klaas en Erna, Wij volgen jullie al geruime tijd bij de wandelingen en genieten nog weer een keer mee. Deze wandeling komt ons natuurlijk heel bekend voor maar wij hebben veel minder (en minder mooie) foto's gemaakt. Wij zullen de eertsen zijn die een reactie geven en openen daarmee de weg naar meer? Groetjes van Harm en Tina.